Jack van der Hoek is al jaren mantelzorger voor zijn vrouw Marja. ‘Mijn meisje’, noemt hij haar. Ook na 54 jaar samenzijn nog. Hun leven was niet altijd even makkelijk, maar ze hebben het samen goed gehad.
Goed gehad samen
In 1968 zijn ze getrouwd, Jack en Marja. Ze hebben hele mooie jaren gehad; ze gingen samen heel Europa door. Met zijn tweetjes met de caravan. Maar ook ging Marja mee met Jack op tourrally’s, waar hij werkte als servicemonteur. In Jack’s huis hangen foto’s van de prachtige tochten die hij samen met Marja heeft gereden. In de garage staan klassieke brommers en klassieke auto’s. Want auto’s zijn een andere grote liefde in het leven van Jack. Hij heeft gewerkt als ambulancechauffeur en als werkplaatschef. Zelf heeft hij rallycross races gereden. De laatste 25 jaar is hij zelfstandig taxateur van klassiekers. Trots laat hij zijn eigen paradepaardjes zien: een mooie rode MG en een zelf opgebouwde Ford Cortina. Onder een groot zeil staat ook nog zijn luxe Jaguar.
Steeds weer inleveren
‘Al jaren terug kreeg Marja last van rugklachten, kapotte rugwervels’ vertelt Jack. Ze had pijn en die pijn werd steeds erger. Steeds weer moest ze een stukje zelfstandigheid inleveren en zo nam hij stukje bij beetje steeds meer over in huis en deed hij steeds meer in de verzorging van zijn vrouw. ‘Ik heb het altijd met liefde gedaan,’ zegt hij. ‘Gelukkig wonen we gelijkvloers, wat een voordeel bleek te zijn toen Marja slechter werd’. Hij heeft van alles laten aanpassen in de woning, zodat zijn vrouw er zo goed mogelijk uit de voeten kon. En hij regelde het allemaal zelf. ‘Ik koop dingen liever zelf dan dat ik afhankelijk ben van anderen. Ik wil niet steeds dankjewel
hoeven zeggen.’ Jack probeert altijd om positief te blijven, het is zijn manier om problemen te lijf gaan. En vaak lukt hem dit ook. Toch moet hij toegeven dat hij het niet altijd alleen heeft gekund. Want zelf kreeg hij ook gezondheidsklachten: darmkanker en toen ook een stoma. ‘Toen werd het werd echt te zwaar’. Er kwam hulp bij de verzorging van Marja.
Een grens over
Marja ging in de jaren daarna nog verder achteruit. Na geriatrisch onderzoek werd vasculaire dementie vastgesteld. ‘Ik had me onze jaren vanaf mijn pensioen heel anders voorgesteld, maar Marja kan er ook niets aan doen’. Met de hulp van de zorgmedewerkers bleef Jack de zorg volhouden. ‘De mensen van Careyn waren echt een steuntje in mijn rug. Net als de casemanager dementie en mantelzorgconsulent Anke van MEE. Marja vond op een gegeven moment dat ik er echt even uit moest; ik ben toen een weekje met de auto gaan toeren in het Verenigd Koninkrijk. Zij is toen naar het Buurtzorgpension in Spijkenisse gegaan.’ Hij had er vreselijk tegenop gezien: ‘Ik moest echt een grens over, het was heftig’. Gelukkig bleek Marja het bij het Buurtzorgpension goed naar haar zin te hebben. Een enorme opluchting voor Jack.
Corona
Toen kwam corona. Een rotperiode, omschrijft Jack de afgelopen tijd. Het lukte niet meer om voor Marja te zorgen. Zijn gezondheidsklachten kwamen terug en hij moest voor bestralingen naar Vlissingen op en neer rijden. ‘Ik was aan het eind van mijn latijn. Er moest iets gebeuren. Marja is toen eerst weer naar het Buurtzorgpension gegaan, waar ze zo’n twee maanden heeft gewoond. Sinds april van dit jaar woont ze in
woonzorgcomplex Stuifakkers in Rockanje. Ze verblijft daar op een afdeling met twaalf andere bewoners, waar ze goed verzorgd wordt. Hij rijdt er om de dag naar toe op één van zijn klassieke brommers. ‘Het is een tochtje van een kilometer vijf of zes. Een mooie rit.’
Twee levende wezens om voor te leven
Net voor dit interview is Jack meegegaan met een rally naar Duitsland. Voor de eerste keer als deelnemer in plaats van als servicemonteur. Het was ook de eerste keer zonder Marja. ‘Ondanks de positieve indrukken viel dat niet mee; ik had best wat moeilijke momenten. Maar een volgende keer gaat het vast makkelijker.’
Gelukkig is Jack thuis niet helemaal alleen. ‘Ik heb twee levende wezens om voor te leven. Marja en die daar’. Jack wijst naar zijn kat, een prachtige Maine Coon, die luistert naar de naam Nebraska. Ook heeft hij goed contact met de buren en gaat hij regelmatig eten bij zijn neef, die vlakbij woont. ‘Gezellig,’ zegt hij, met een grote glimlach op zijn gezicht.